Art@Site www.artatsite.com Donato di Niccolò di Betto Bardi Donatello David
Artist:

Donato di Niccolò di Betto Bardi Donatello

Title:

David

Year:
1440
Adress:
Museo Nazionale del Bargello
Website:
Verwijfde David
Donatello heeft naar mijn gevoel een bijzondere interpretatie gegeven van David. David is een herdersjongen, lieveling van zijn oude vader, vaak in gevecht met zijn broers en durft het gevecht aan te gaan met een reusachtige vechtersbaas. Dan zie ik niet allereest dunne beentjes, blote borstjes en bloemen op een hoed. Ik zie eerder een sterke kwajongen voor mij die een ouderwets outdoor-tenue draagt.
De helm en het pantser zijn in tegenspraak met de Bijbel. In 1 Samuel 17: 39 staat namelijk dat David vlak voor het gevecht zijn helm en pantser af doet. Het beeld komt overeen met de Bijbel wat het zwaard betreft: in 1 Samuel 17: 51 staat dat David het zwaard grijpt van de reus en daarmee het hoofd van de reus af slaat.
Het eerste dat ik zie zijn de ontspannen armen: één hand in de heup en één hand draagt ontspannen een groot zwaard. Dit komt op mij zelf zelfvergenoegzaam over. Dit is in tegenspraak met Samuel, waarin meermalen staat dat David handelt uit respect voor God en niet voor eigen profijt.
Daarna vallen de gladde benen en zwaard mij op. De gladheid benadrukt hun schoonheid. De glans veroorzaakt spanning: gaan deze atletische benen en dit scherpe zwaard bloed vergieten? Donatello voert de spanning op.
Ik kijk nogmaals naar de weelderige uitdossing op het hoofd. Dit vergelijk ik met hetgeen ik op de grond zie en plotseling herken ik iets monsterlijks: maar dit is het hoofd van de vermoorde reus. Donatello toont hier een zelfbewuste persoon en maakt uiterste emoties (van passie en geweld) voelbaar.
Donatello is hiermee zijn tijd vooruit; hij toont hetgeen hoort bij het hoogtepunt van de Renaissance. Dit beeld David is uit 1440 terwijl het begin van de Renaissance ergens rond 1350 ligt en het hoogtepunt omstreeks 1500 ligt.
Renaissance is een tijd met zelfbewustheid. Naar mijn gevoel toont Donatello teveel van deze zelfbewustheid, terwijl hij met David een meesterwerk oplevert.
Door Theo, www.artatsite.com

H.W. Janson (1991):
Donatello’s bronzen beeld David is een beeld uit de vroeg Renaissance, dat als volkomen vrijstaande, naakte figuur een sterk revolutionair karakter heeft. De Middeleeuwen zouden het als afgodsbeeld hebben veroordeeld, en ook Donatello’s tijdgenoten moeten er zich niet erg behaaglijk bij hebben gevoeld; vele jaren immers bleef dit het enige beeld van deze soort.
Waarom de kunstenaar de jonge overwinnaar zo heeft uitgebeeld is engszins raadselachtig (de symbolische verklaringen die men heeft geformuleerd zijn niet erg overtuigend), vooral omdat David rijk versierde soldatenlaarzen draagt en een hoed. De geschiedenis van het beeld is niet bekend, maar er bestaat weinig twijfel aan dat het werd vervaardigd voor een particuliere opdrachtgever en dat het een plaats zou worden toegewezen - misschien op een binnenhof - waar het van alle kanten kon worden bekeken.
De naaktheid is duidelijk zijn natuurlijke toestand, en hij dankt zijn gelijkenis met een klassiek beeld slechts aan het prachtig uitgebalanceerde contrapposto.
Donatello heeft er de voorkeur aan gegeven een opgroeiende jongeling te modelleren, niet een volgroeide jongeman zoals de atleten van Griekenland, Daarom wordt de skeletstructuur hier minder bedekt door spierbundels en ook heeft hij de torso niet geleed volgens het klassieke patroon. Dat het beeld toch zeer klassiek aandoet, ligt niet in de anatomische perfectie.
Het lichaam zegt ons veel meer dan het gezicht, dat vergeleken bij andere beelden van Donatello heel weinig individualiteit bezit.
www.basisbijbel.nl: David verslaat Goliat
31 De mannen hoorden wat David zei en vertelden het aan Saul. Toen liet Saul hem halen. 32 David zei tegen Saul: "Laat niemand de moed verliezen door die Filistijn. Ik zal met hem vechten." 33 Maar Saul zei tegen David: "Dat kun je niet. Je bent veel te jong. En híj vecht al van jongs af aan." 34 Maar David zei tegen Saul: "Ik ben gewend om voor mijn vader de schapen te hoeden. Soms roofde een leeuw of beer een schaap uit de kudde. 35 Dan liep ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het dier uit zijn bek. En als de leeuw mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn manen en doodde hem. 36 Ik heb leeuwen en beren verslagen. Met deze ongelovige Filistijn zal het net zo aflopen. Want hij heeft het leger van de levende God uitgedaagd. 37 De Heer heeft mij gered van de klauwen van leeuwen en beren. Hij zal mij ook redden uit de handen van deze Filistijn." Toen zei Saul: "Ga dan maar. De Heer zal met je zijn."
38 Toen liet Saul David een wapenrusting aantrekken. Hij zette hem een koperen helm op en deed hem een pantser aan. 39 David gespte daaroverheen het zwaard om en probeerde te lopen. Hij had nog nooit eerder een wapenrusting aan gehad. Toen zei David tegen Saul: "Ik kan hier niet in lopen, want ik ben dit niet gewend." En hij trok alles weer uit. 40 Hij nam zijn stok en zocht vijf gladde stenen uit de beek. Die deed hij in zijn herderstas waarin hij zijn slingerstenen bewaarde. Daarna liep hij met zijn slinger in de hand naar de Filistijn toe.
41 De Filistijn liep op David af. Zijn schildknaap liep voor hem uit met Goliats schild. 42 Toen de Filistijn David zag en hem bekeek, lachte hij hem uit, omdat hij nog jong was, rood haar had en er knap uitzag. 43 Hij zei tegen David: "Ben ik soms een hond, dat je met een stok op mij afkomt?" En hij vervloekte David bij zijn goden. 44 Ook zei de Filistijn tegen David: "Kom maar eens hier! Dan voer ik je vlees aan de vogels en de wilde dieren!"
45 Maar David antwoordde hem: "Jij komt naar mij toe met een zwaard, een speer en een schild. Maar ik kom naar jou toe namens de Heer van de hemelse legers, de God van het leger van Israël, de God die jij hebt uitgedaagd. 46 Vandaag zal de Heer jou in mijn macht geven. Ik zal je verslaan en je hoofd afhakken. Vandaag zal ik de lijken van het leger van de Filistijnen aan de vogels en de wilde dieren voeren. Dan zal de hele wereld weten dat Israël een God heeft. 47 En al deze mensen hier zullen toegeven dat de Heer niet redt door zwaarden en speren. Want de Heer Zelf strijdt voor ons. Hij geeft jullie in onze macht."
48 Toen zette de Filistijn de aanval in en kwam op David af. David rende naar hem toe. 49 Hij stak zijn hand in de tas, pakte er een steen uit en slingerde die weg. En hij raakte de Filistijn tegen zijn voorhoofd. De steen drong in zijn voorhoofd en de Filistijn viel voorover op de grond. 50 Zo versloeg David de Filistijn met een slinger en een steen. Hij versloeg de Filistijn en doodde hem. David had zelf geen zwaard bij zich. 51 Daarom rende hij naar de gevallen Filistijn en greep het zwaard van de reus. Hij trok het uit de schede en sloeg hem het hoofd af.
Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht. 52 De mannen van Israël en Juda sprongen juichend op en achtervolgden hen tot aan het dal bij Ekron. Overal op de weg naar Saäraïm lagen gewonde Filistijnen, tot aan Gat en Ekron toe. 53 Daarna kwamen de Israëlieten terug en plunderden het kamp. 54 David nam het hoofd van de Filistijn mee en bracht het naar Jeruzalem. Maar de wapens van de reus legde hij in zijn tent.